Cameraweergave
Virtuele modellen
Het creëren van een geanimeerde weergave is een grote meerwaarde voor uw model of ontwerp, in die zin dat het uw klant zal helpen het project te visualiseren en te begrijpen. Met de vier commando’s in het menu Model > Creëer animatie kunt u een animatiepad maken en de hoofdframes bewerken om de cameraweergaven en snelheid naar wens aan te passen. Vervolgens kan de animatie als een videobestand geëxporteerd en gedeeld worden. Animaties kunnen zowel in eerste- als derdepersoonsmodus worden bekeken.
Op basis van vorm, zijn in Vectorworks twee soorten animatiepaden te onderscheiden: polygoonvormige paden, waarbij de camera zich door het model langs een gedefinieerd pad beweegt, en cirkelvormige paden, waarbij de camera rond een geselecteerd object of punt draait.
Met de eerste twee commando's in het menu Creëer animatie creëert u een polygoonvormig pad: ofwel op basis van een geselecteerd 2D- of 3D-padobject, ofwel op basis van meerdere aaneengeschakelde bewaarde tekenzones.
Met de twee andere commando's creëert u cirkelvormige animatiepaden: een animatiepad rond een rotatiepunt - vooral geschikt voor grote objecten zoals gebouwen - of een animatiepad voor dynamische objecten - ideaal voor kleine objecten zoals meubels of machineonderdelen.
Zodra een animatie gecreëerd is, verschijnt deze in het tabblad Camera’s van het Visualisatiepalet (zie Lichtbronnen en camera’s beheren vanuit het Visualisatiepalet).
Types animatiepaden
Bij elk van de vier animatiecommando’s wordt eenzelfde type object gecreëerd: een “animatiepad”. Animatiepaden verschillen echter onderling in de manier waarop de camera beweegt en hoe het pad gecreëerd wordt. Het Type pad van een animatie wordt weergegeven in het Infopalet.
Type pad “Vrije vlucht”: De camera volgt het animatiepad doorheen de 3D-ruimte. Een pad van het type “Vrije vlucht” ontstaat wanneer u:
een animatiepad creëert door middel van een 3D-polygoon of NURBS-curve;
een animatiepad creëert door middel van bewaarde tekenzones;
een animatiepad creëert rond een rotatiepunt (zonder orthogonale projecties);
een animatiepad creëert voor een dynamisch object.
Type pad “Virtuele wandeling”: Dit type animatiepad is bedoeld voor gebruik in bovenaanzicht of 2D/Planaanzicht. Dankzij een analyse van de actieve ontwerplaag van het model volgt de camera de oneffenheden op het plaat/terreinoppervlak en kan de camera trappen op en af gaan. De hoogte van de camera boven het oppervlak van het model bepaalt u bij Hoogte camera in het Infopalet. Een pad van het type “Virtuele wandeling” ontstaat wanneer u een animatiepad creëert door middel van een 2D-object (een lijn, boog, polylijn of polygoon).
Een animatiepad van het type pad “Virtuele wandeling” volgt het terreinoppervlak van de actieve ontwerplaag wanneer u de animatie afspeelt; dit kan de laag zijn waarop het animatiepad geplaatst is, maar ook een andere laag.
Type pad “Rotatie”: Het animatiepad loopt in een cirkelvormige baan rond de geselecteerde objecten; hoofdframes zorgen ervoor dat de camera steeds naar het midden gericht blijft. Dit type pad kan niet vanuit het Infopalet worden bewerkt of afgespeeld. Een pad van het type “Rotatie” ontstaat wanneer u een animatiepad rond een rotatiepunt met orthogonale projectie creëert.
Op een paar uitzonderingen na kunnen alle padtypes op dezelfde manier bewerkt worden (zie Animaties bewerken). Wanneer u een animatiepad van het type “Virtuele wandeling” of “Rotatie” vervormt of wijzigt, zal het automatisch worden omgezet naar een pad van het type “Vrije vlucht”. Manueel is het echter niet mogelijk om een type pad om te zetten naar een ander type pad.
Het animatiepad onthoudt het pad, alsook de locatie en hoeken van cameraweergaven, maar niet de zichtbaarheidsinstellingen. Zorg ervoor dat deze juist zijn ingesteld voordat u de animatie afspeelt of exporteert.